we rekenen met sprongen.
Voor je kunt leren rekenen moet je eerst goed kunnen tellen.Verder moet je leren dat 3 minder is dan 8 en dus op een andere plaats op de getallenlijn staat. Om dat goed te leren springen we door de klas met huppen van 1. Als dat goed gaat maken we grotere sprongen, van 2 of 5. We leren springen vanaf een willekeurig getal. Bijv. 2 sprongen verder vanaf de 5. Waar kom je dan uit? En als je nu weer drie sprongen terug doet?Spelenderwijs leren we op deze manier rekenen. Daarna gaan we natuurlijk gewoon in ons rekenschrift aan het werk. Bij de rekenkist van MSV horen ook de verliefde harten. Die zijn altijd samen (10) Dus 3 hoort bij 7 en de 4 hoort bij de 6.De tweelingsommen zijn even oud, maar hoe oud zijn ze samen?2 en 2, de 4 en 4. Met de Waku-Waku vogel, die alleen maar ja of nee kan schudden, leren we welke getallen naast elkaar horen. Wie is het kleine broertje van de 9? En hoe heet zijn grote broer?Weet je ook het kleine broertje van de 14? En zijn grote broer?
We leren het ook om te zetten in de getallenrekjes. In een keer overzien hoeveel kralen er op het rekje zijn opgeschoven.
Maar ook belangrijk is om door te tellen. Wat je al geteld hebt hoef je niet nogmaals te tellen. Je kunt nu gewoon door tellen. Dat is vaak nog niet eenvoudig, maar we gaan al wel met sprongen vooruit.
in de LINKBOX van groep 3 zijn een aantal links vetgedrukt. Bij deze links vind je vooral veel oefeningen voor de basisvaardigheden van groep 3 zoals getallen, getalsinzicht, spitsen op allerlei manieren, automatiseren en een aantal leuke flitsoefeningen. Deze gaan dus vooraf aan de formele notatie sommen.